Verder naar inhoud

De huidige gemeente Zoetermeer heeft een oppervlakte van 3.705 hectare. Tot 1935 behoorde dit gebied toe aan twee gemeenten: Zegwaart en Zoetermeer. De grens tussen de dorpen liep midden over de Delftse en Leidse Wallen. De Oude Kerk stond in Zegwaart, al was dat wel op gezamenlijke grond.

Eén burgemeester voor twee gemeenten

Onder het bewind van Thorbecke kwam in 1851 de Gemeentewet tot stand. Er kwam een gekozen gemeenteraad met een college van burgemeester en wethouders.

Tot 1894 hadden zowel Zegwaart als Zoetermeer een eigen burgemeester. In dat jaar werd Cornelis Leonardus Jacobus Bos burgemeester van beide gemeenten; ook zijn opvolgers waren steeds burgemeester van de twee gemeenten.

Vanaf 1846 waren er al verwoede pogingen gedaan om van Zegwaart en Zoetermeer één gemeente te maken. In die tijd had de Raad van State grote bestuurlijke invloed. Deze Raad wilde kleine gemeenten samenvoegen of onderbrengen bij een grotere. Dat lukte in veel gevallen, maar in Zegwaart en Zoetermeer had men geen succes. Met name de Zoetermeerders waren tegen een samengaan. Zoetermeer telde minder inwoners (900), maar was veel rijker dan Zegwaart (1400 inwoners) en de Zoetermeerders waren bang dat de nieuwe gemeente Zegwaart zou gaan heten.

Geldbezwaren

In 1850 stuurde de gemeente Zegwaart een ‘Adres’ (brief) aan de minister met het verzoek de gemeenten samen te voegen. De argumenten waren dat de inwoners van beide dorpen van dezelfde kerken en van dezelfde school gebruik maakten, maar ook dat Zegwaart zich in een benarde financiële positie bevond. De Zoetermeerders verzetten zich weer. Pas in 1920 was het onderwerp opnieuw bespreekbaar. Gedeputeerde Staten vroegen aan beide gemeenten om na te gaan op welke wijze men tot één gemeente kon komen. Er werd een commissie benoemd van dertig leden met verscheidene subcommissies. Ook dit leidde tot niets. Er was slechts één subcommissie die met een rapport kwam, de financiële commissie. Deze concludeerde in 1923 ‘dat het samengaan nauwelijks voordeel oplevert en zeker geen financiële’.

Succes van Middelberg: samen Zoetermeer

Op 27 juli 1931 werd Leopold Roland Middelburg burgemeester van Zoetermeer en Zegwaart. Hij was nog geen vijftig jaar, maar al met pensioen omdat de vele jaren die hij in Nederlands-Indië had gewerkt ‘dubbel’ telden. Hij ging aan de slag om van Zegwaart en Zoetermeer één gemeente te maken. In mei 1932 stuurde hij het door hem opgestelde rapport ‘ter beoordeling van de wenschelijkheid der vereeniging’ aan de wethouders van Zegwaart en Zoetermeer. In het uitgebreide rapport was aandacht besteed aan alle mogelijke zaken die voor het samengaan een rol zouden kunnen spelen. Om de kou uit de lucht te halen rond het onderwerp financiële zaken staat bijvoorbeeld te lezen dat in Zegwaart 641 aanslagen inkomstenbelasting zijn verzonden met een gemiddeld inkomen van 1.924 gulden en in Zoetermeer 386 aanslagen voor 1.955 gulden.

Uiteindelijk stemden beide gemeenteraden in met de fusie. De wet werd op 1 mei 1935 van kracht.

De gemeenteraden kozen voor de naam Zoetermeer omdat ‘de naam Zoetermeer door de maatschappij Nutricia in de gehele wereld bekend is’. Nutricia lag in Zegwaart, maar het bedrijf gebruikte in al haar uitingen altijd Zoetermeer als vestigingsplaats. In 1908 stuurde Nutricia al: ‘Beste wenschen uit Zoetermeer’.

Meer informatie:

Boeken en tijdschriften