Oosterheem is de jongste wijk van Zoetermeer. De naam Oosterheem werd bedacht voor een prijsvraag die in 1996 onder de inwoners van Zoetermeer is uitgeschreven. De naam betekent een thuis (heem) ten oosten van de oorspronkelijke stad. De ‘werktitel’ van de wijk was tot dan toe Zoetermeer-Oost. Oosterheem is een Vinex-wijk.
Dit woord komt van Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra, een rijksnota uit 1991. Die was gericht op de aanleg van massale nieuwbouw aan de randen van (middel)grote steden. Er zijn tientallen Vinexwijken in Nederland. In de Vinex-nota stond dat tussen 1995 en 2005 inde Haagse regio 45.000 woningen gebouwd konden worden. Zoetermeer bood zich meteen aan voor de bouw van een grote nieuwe wijk. Het rijk was eerst bang dat met massale bouw in Zoetermeer het Groene Hart zou worden aangetast. Ook moest eerst nog besloten worden waar het tracé van de Hoge Snelheidtrein (HSL) precies kwam. Dat leverde vertraging op. Maar omdat de woningnood in de Randstad maar niet verbeterde, stemde het rijk uiteindelijk in met de bouw van Oosterheem.
Bouw
In de vorige wijken was de gemeente helemaal verantwoordelijk voor de bouw. De wijk Oosterheem is ontwikkeld met zeven projectontwikkelaars en drie woningcorporaties. Dit kwam omdat de gemeente weinig grond in dat gebied in bezit had. De bouw zou in 1999 van start gaan. Maar de Haagse rechtbank hield de bouw tegen: er was geen Milieu Effect Rapport. Uiteindelijk begon de bouw eind 2000. De eerste huizen werden in september 2001 opgeleverd. Meer dan driekwart van de bewoners van Oosterheem komt uit Zoetermeer. Dat is een teken dat men de stad als een aangename woonomgeving ervaart.
Inrichting
Oosterheem bestaat uit drie deelplannen. Elk deelplan heeft verschillende woonbuurten met een eigen karakter. Dat zie je in de stedenbouwkundige opzet, de architectuur en de inrichting van de openbare ruimte. De woonbuurt Het Veld lijkt met zijn grasheuvels en berken, zand en keien op een Drents landschap. Tuindorp Noord heeft een intiem dorps karakter met hofjes en kleine straatjes.
Het Centrum is voor heel Oosterheem een voorzieningencentrum. Hier zijn supermarkten, een bibliotheek, scholen en gezondheidscentra. Vanaf de eerste bebouwing was er een noodwinkelcentrum; een uniek verschijnsel voor een Vinexwijk. Bij veel andere Vinexlocaties moeten mensen ver van huis hun dagelijkse voorzieningen halen. Er is ook een centrale parkzone, die dwars door de wijk loopt: het Heempark. Van dit ontspanningsgebied wordt veel gebruik gemaakt.
In de loop van de tijd zijn de stedenbouwkundige opzet en de architectuur gewijzigd. In het begin was de opzet strak, met directe zichtlijnen door hele wijkdelen. Later koos men voor een lossere stedenbouwkundige opzet met veel retrobouw. Dus terug naar de bebouwing uit de jaren dertig van de vorige eeuw. Dit was landelijk een populair verschijnsel. Ook in Oosterheem werden zulke huizen in het begin makkelijk verkocht.
Milieu
De gemeenteraad heeft wilde dat in Oosterheem veel aandacht zou worden besteed aan het milieu. Een deel van de wijk werd centraal voorzien van warmte en veel andere woningen gebruiken warmtepompen. Daarmee wordt grondwater opgepompt waar warmte aan wordt onttrokken.
Verkeer en vervoer
Het gemeentebestuur wilde voor Oosterheem ook een goede railverbinding. De wijk mocht niet geïsoleerd komen te liggen van de rest van de stad. ‘Geen rail, dan geen Oost’, riep de gemeenteraad. Dus werd de Oosterheemlijn aangelegd als onderdeel van de Randstadrail, die Den Haag, Rotterdam en Zoetermeer met elkaar verbindt. De Oosterheemlijn werd in 2007 geopend. Voor de verlenging van de lightrail naar het verkeersknooppunt Bleizo (bij de rijksweg A12 en de spoorlijn Den Haag – Utrecht) is in 2010 opdracht verleend. Misschien wordt de lijn ooit nog doorgetrokken naar Rotterdam. Ook is er een uitstekende wegverbinding tussen de wijk Oosterheem en de A12, via de Oostweg en de verlengde Australiëweg.
Meer informatie:
Boeken en tijdschriften
- Velde, J. (Jan) van der (2014). Oosterheem – voorgeschiedenis en bouw. Historisch Genootschap Oud Soetermeer.
- Vermeulen, T. (Ton). (1997). Cultuur Historische Verkenning Oosterheem. Het Fluitschip. Historisch Onderzoeks- en Adviesbureau.