Op transportgebied wordt de negentiende eeuw vooral gekenmerkt door het aanleggen van spoorwegen. In Nederland start dat proces met een lijn tussen Amsterdam en Haarlem, waarover in 1839 de eerste treinreis kan worden gemaakt.
In de decennia daarna komen er steeds meer lijnen bij. Het duurt echter tot het midden van de jaren zestig van de negentiende eeuw voordat het besluit valt om Gouda met Den Haag te verbinden. Voor de dorpsbevolking tussen deze steden is dit groot nieuws; voortaan kan ook zij met de trein reizen.
Station Zoetermeer-Zegwaart
In 1870 kunnen de bewoners van Zoetermeer en Zegwaart in hun tweelingdorp op de trein stappen om naar Den Haag of Gouda te sporen. Op 5 mei 1870 bericht de Leydse Courant hierover:
‘Men schrijft ons uit Zoetermeer, dd. 2 Mei: Ten gevolge van de opening van den Rijnspoorweg Gouda-’s Gravenhage heerschte er gisteren in de gemeenten Zoetermeer en Zegwaart eene ongewone drukte. Niettegenstaande het koude gure weer spoedde zich een massa nieuwsgierigen naar het station Zoetermeer-Zegwaart om de aankomst en het vertrek der treinen te zien. Vele inwoners maakten al dadelijk van de gemakkelijke gelegenheid gebruik om een uitstapje te maken en ook de feesten te Gouda bij te wonen. Men vleit zich dat vooral in de zomermaanden deze plaatsen om hunne aangename ligging door vele stedelingen en vreemdelingen bezocht zullen worden om van het buiten-zijn te genieten. Reeds is door den heer van der Wal een kolosaal stationskoffijhuis opgerigt, welk gebouw tot versiering strekt van het dorp Zegwaart; van binnen is dit logement smaakvol en geheel overeenkomstig de vereischten van den tegenwoordigen tijd ingericht en naar men verneemt zal de daarachter gelegen groote tuin smaakvol worden aangelegd.’
Aanvankelijk succesvol
Al vanaf de opening blijkt de trein een succes. De toeloop bij het station Zoetemeer-Zegwaart is groot. Vijf jaar later vinden B&W het nodig om een verordening ‘ter instandhouding van de goede orde op het buitenplein en de toegangen tot het Station’ af te geven.
‘Ieder die te voet of met zijn voertuig het buitenplein of de toegangen bezoekt, is verpligt zich te gedragen naar de aanwijzingen door de beambten van policie te geven, welke ambtenaren bevoegd zijn, de rigting te bepalen waarin de rijtuigen en voetgangers zich bij het aankomen en vertrekken naar en van het buitenplein moeten bewegen.
Bij meer dan gewone drukte – ter beoordeling van genoemde beambten – zullen de bestuurders van rij- en voertuigen, welke zich daarvan nimmer mogen verwijderen, moeten innemen de standplaatsen door gemelde beambten aantewijzen.’
De trein is belangrijk eind negentiende, begin twintigste eeuw. Ook het aangrenzende dorp Bleiswijk heeft een halteplaats bij de Kruisweg. Evenals de dorpen Zevenhuizen en Moerkapelle, die gezamenlijk een halte delen.
Crisis
De economische situatie in de jaren twintig en dertig maakt een einde aan deze mogelijkheden. De ene na de andere halte op het platteland wordt gesloten. In 1938 vervalt ook deze openbaar vervoerfaciliteit voor de dorpelingen van Zoetermeer. Maar de Duitse bezetter denkt anders over het gebruik van de spoorwegen. Al kort na de overgave aan de Duitse troepen in 1940 wordt het station weer geopend, om kort na de bevrijding weer gesloten te worden. Daarna wordt het station toch nog een jaartje geopend (van 20 mei 1951 – 18 mei 1952).
Tot 15 mei 1965. Die dag wordt Station Zoetermeer, stopplaats voor de groeistad in wording, door de burgemeester heropend. Zoetermeer is weer met het spoor verbonden!
Meer informatie:
Boeken en tijdschriften
- Van der Velde, J. (Jan). (2012). Sporen voor een groeistad. Groeistad Zoetermeer 1962-2012. Historisch Genootschap Oud Soetermeer & Gemeente Zoetermeer.