Verder naar inhoud

Boeren hadden voor trekkracht op het land niet de beschikking over pk’s  in motoren. Zij deden het in deze tijd nog met echte paardenkrachten, goedgebouwde zware paarden die een ploeg door de zware klei konden trekken. Ook hadden ze paarden nodig voor hun rijtuigen om op zondag naar de kerk te gaan, of op de derde woensdag in augustus naar de Paardenmarkt te rijden.

Om een geschikt paard te vinden of de eigen paarden te verhandelen moesten de boeren naar de steden in de omtrek. Vanaf 1796 hoefde dat niet meer. Vanaf die dag heeft de Zoetermeerse paardenmarkt ongeveer 150 jaar bestaan. Er zijn een paar verhalen bekend uit de periode 1900-1950.

Stampvolle Dorpsstraat

Op de woensdag in augustus waarop de paardenmarkt werd gehouden, stond het tot in de middag letterlijk stampvol in de Dorpsstraat. Heel wat paarden wisselden deze dag van eigenaar.

De paardenmarkt was altijd een grootse en feestelijke gebeurtenis. In de bestrating waren ijzeren kokers ingegraven die normaal met een ijzeren plaat waren afgedekt. Op de avond vóór de markt werden daarin eikenhouten palen geplaatst en daardoor een dik kabeltouw getrokken vanaf de Wallen tot bijna aan de Stationsstraat toe en daaraan werden ’s morgens de aangevoerde paarden vastgebonden. Voor ieder paard moest een kwartje marktgeld betaald worden. Deze kregen allemaal een rood stempel op hun hoeven.  Het spreekt vanzelf dat rijverkeer dan niet mogelijk was.

Paardenmarkt, Dorpsstraat Zoetermeer / Zegwaart werd vaak op de derde woensdag in augustus gehouden.
Paardenmarkt, Dorpsstraat Zoetermeer / Zegwaart werd vaak op de derde woensdag in augustus gehouden (foto: collectie HGOS)
 

Koekslaan

Het was een geweldige drukte van boeren en kooplui uit de verre omtrek. De wagens en fietsen konden bij particulieren worden gestald; de jongeren verdienden daar wat stuivers aan. De arbeiders kregen die morgen vrijaf. De markt moest om twee uur afgelopen zijn. Voor veel kinderen was het een feestelijke dag, want er stonden kraampjes met vis en paling en andere zaken maar ook met fluiten en toeters. En als de kinderen er daar één van bemachtigd hadden van hun zakgeld, dan was het een herrie van jewelste. In verschillende poorten en op achtererven konden de mannen en jongelui hun krachten beproeven met koekslaan, waarvoor volop peperkoeken aanwezig waren. Vanzelfsprekend bracht iedereen een paardenmarktkoekje mee voor moeder de vrouw.

Drank en rellen

De jaarlijkse paardenmarkt op de derde woensdag in augustus trok veel vreemdelingen, heel veel mensen uit andere plaatsen, ook woonwagenbewoners en zigeuners die paardenhandel bedreven. Hoewel bij verordening verboden was op die dag sterke drank te schenken, werd hier niet altijd de hand aan gehouden en door een teveel aan drank ontstonden dan wel eens relletjes en vechtpartijen. Op die dag werd daarom altijd assistentie gevraagd en verkregen van veldwachters uit naburige gemeenten.

Na afloop mochten de mannen van de gemeente, waaronder Leen Reuneker en Kruithof, met handkar en kruiwagen een enorme hoeveelheid paardenvijgen en andere rommel opruimen. Daarna kon het verkeer weer door de Dorpsstraat heen. Het bleef immers tot de komst van de rijksweg A12 de doorgaande weg tussen Den Haag en Gouda.

Meer informatie:

Boeken en tijdschriften

  • De Kler, J. (Joke). (2006). Feesten in Zoetermeer. MBW Bureau Monumentenzorg en Historisch Genootschap Oud Soetermeer.