-
Daliegaten -
Zoetermeer en Zegwaart voor het eerst vermeld -
Dorpskern ingericht -
Zwarte Dood -
Wateroverlast -
Kasteel Palenstein gebouwd -
Pelgrimstocht -
Turf -
Allerheiligenvloed -
De Geuzen komen er aan! -
Een nieuwe school -
Zoetermeerse Meerpolder -
Rederijkers -
Tolerantie in de 17e eeuw -
Nieuwe kerktoren -
Eén ambachtsheer -
Jodocus van Lodenstein -
Driemanspolder -
Buitenplaatsen -
Schuurkerk -
Seizoensarbeiders -
Binnenwegse polder -
Brand -
Baron van Syberg -
Overzee -
Armenzorg -
Droogmakerijen -
Bouw van de Oude Kerk -
Dominee Van den Bosch de dood ingejaagd -
Franse tijd -
Paardenmarkt -
Schippers -
Cholera -
Gereformeerde Kerk -
Schilders -
Zoetermeer verbonden met het spoor -
Boterboeren -
Nutricia -
Molen De Hoop -
Wind en stoom -
Een gasfabriek in Zoetermeer -
Leven in Zoetermeer-Zegwaart -
Vrijzinnig geloven -
Nicolaaskerk -
Algemeen kiesrecht -
Openbare lagere school -
Watertoren -
De Spar -
Samen één -
Tweede Wereldoorlog -
Sanne van Havelte -
Black Tulip -
Wilhelminapark aangelegd -
Tegenstelling en respect -
Einde scheepvaart -
John McCormick: de eerste galerijflat in Zoetermeer -
Eigengereid -
Groeistad -
Cultuurexplosie -
Palenstein en Driemanspolder -
Meerzicht -
Gemeentepolitie Zoetermeer -
Begin en ontwikkeling van de wijk Buytenwegh de Leyens -
Seghwaert -
De Sprinter -
Stadscentrum -
Rokkeveen en Noordhove -
Ministerie van OCW -
Mijlpaal 100.000 inwoners -
Floriade -
Oosterheem -
Zoetermeers groen -
Zorg voor erfgoed
Tussen ongeveer het IJ en Rotterdam lag een enorm moerasgebied. Mensen woonden vooral langs de kust en de rivieren. In het zuidelijke deel bevond zich een groot zoeterwatermeer, dat uitwaterde op de Oude Rijn, vlak bij het huidige Leiden.
Het meer maakte het moeras toegankelijk. Vissers vonden daar hun vangst en mensen konden erheen vluchtten als de Vikingen meer plunderden dan handel dreven. Rond het jaar 1000 bouwden mensen daar hutjes, groeven greppels om het moeras te ontwateren en landbouwgrond te krijgen. Zoetermeer was geboren.
Verder weg in het oosten volgden anderhalve eeuw later pioniers die het land langs opgeworpen kades geschikt maakten voor landbouw. Dat was langs de Rokkeveense- en Zegwaartseweg. Het begin van het dorp Zegwaart.
Gat graven
De oudste bewoners van Zoetermeer en Zegwaart hielden zich bezig met akkerbouw en veeteelt. Het veen, dat toen in deze omgeving de ondergrond vormde, was echter geen ideale landbouwgrond. Om het veen te verrijken met kalk, vermengde men het met klei, die daarvoor speciaal werd opgegraven. Omdat het veenpakket soms wel vijf á zes meter dik was, was het opdelven van deze klei een hele klus. De middeleeuwers moeten veel last hebben gehad van het grondwater, waardoor de klei waarschijnlijk in enigszins vloeibare vorm moest worden gewonnen. Na uitdelving gooiden de boeren de overgebleven ‘daliegaten’ dicht met veen en huisafval.
Drassige afvalput
Met het turfsteken, dat in Zoetermeer vanaf de veertiende en vijftiende eeuw in opkomst was, zijn veel resten van de oudste bewoning verloren gegaan. De bodems van de daliegaten vormen nog de enige overblijfselen uit deze vroege periode, omdat deze in de klei zijn achtergebleven. Door het verwijderen van het veen ontstonden diepe plassen, die vanaf de 17de eeuw weer zijn drooggemalen. In de kleigrond die toen droogviel, bleven de bodems van de daliegaten drassige plekken. Uit archeologisch onderzoek van enkele van deze daliegaten, onder andere aan de Europaweg, blijkt dat Zoetermeer waarschijnlijk al rond het jaar 1000 bewoond was.
